Het Anne Frank Huis is een museum in Amsterdam waar Anne Frank tijdens de oorlog ruim twee jaar heeft ondergedoken. Tijdens het onderduiken schreef ze een dagboek die later wereldberoemd werd. Het Anne Frank Huis is naast een museum ook een monument ter nagedachtenis aan Anne Frank en haar familie.

Geschiedenis

Op 1 december 1940 verhuisde Otto Frank zijn bedrijven naar Prinsengracht 263. Aan het begin van het jaar 1942 begon de familie met het inrichten van de schuilplaats op de eerste en tweede verdieping van het achterhuis. In juli 1942 dook het gezin van Anne Frank daar onder, een week later dook het gezin Van Pels daar ook onder. In augustus werd er een draaikast neergezet om de toegang van het achterhuis te verbergen. Later in dat jaar dook ook een kennis van Otto Frank onder, genaamd Fritz Pfeffer. Maar een paar medewerkers van Opekta (het bedrijf van Otto Frank) wisten van het achterhuis. Op de begane grond van het huis was een magazijn, daardoor moesten de onderduikers overdag stil zijn zodat niemand erachter zou komen.

Op 4 augustus 1944 viel Oberscharführer Karl Silberbauer samen met vier handlangers het achterhuis binnen. Dit gebeurde nadat iemand had geïnformeerd over het achterhuis, iemand had hun dus verraden. Iedereen die zich in het achterhuis bevond werd gearresteerd. Ook de twee helpers, Victor Kugler en Johannes werden gearresteerd. Miep Gies en Bep Voskuijl (twee medewerkers van het bedrijf van Otto Frank) wisten het dagboek van Anne Frank te redden.

De kamer van Anne Frank

Museum

Alleen Otto Frank overleefde de Tweede Wereldoorlog. Het bedrijf van Otto Frank (Opekta) bestond nog en Frank besloot het bedrijf weer voort te zetten. In 1953 stopte Otto Frank. Toen Opekta was verhuisd wilde de eigenaar van NV Berghaus (een mantelfabriek) het pand slopen. Doordat veel mensen hier tegen waren besloot Berghaus het pand te schenken. In 1957 werd de Anne Frank stichting opgericht. Het doel van de stichting was om het oude pand te herstellen. Door middel van inzamelingsacties kon het pand worden aangekocht en gerestaureerd. Op 3 mei 1960 werd het Anne Frank Huis geopend als museum.

Het achterhuis had veel smalle trappen. Door de grote bezoekersaantallen werden er in 1987 plannen gemaakt voor een mogelijke uitbreiding van het museum. In 1997 werd de studentenflat naast het Anne Frank huis gesloopt. De studentenflat werd een moderne nieuwbouwvleugel van het museum. Na de sloop was goed te zien wat de structuur was van normale grachtenpanden. Je zag duidelijk dat ze uit een voor- en een achterhuis bestaan.

Anne Frank schreef in haar dagboek ook geschreven over de oude kastanjeboom die in de tuin achter het huis stond. In 2004 waren er plannen om de boom te kappen nadat ontdekt werd dat de boom erg rot van binnen was. Doordat er grote publieke verontwaardiging was ontstaan over het omkappen van de boom werd er besloten de boom op te knappen. De kastanjeboom werd in augustus 2010 omgewaaid.

De boekenkast die de doorgang verborgen hield

In het Anne Frank museum kun je zien in wat voor ruimte de familie van Anne Frank ondergedoken zat en hoe ze hun schuilplek zo lang verborgen wisten te houden. Het Anne Frank Huis trekt jaarlijks zo’n 1 miljoen bezoekers, de meeste bezoekers komen uit het buitenland. Ongeveer 11 procent komt maar uit Nederland.

Bron featured image: klik hier.